Andere stekken
Ook kunt u terecht in het zuidwesten in het schitterende berg- en merengebied Rogens Naturreservat dat vlak over de Noorse grens overgaat in het merengebied van het Noorse Femundmarka Nasjonalpark. Oostelijk van Dalsvallen, bij het plaatsje Linsell, ligt het grote meer de Ransjö, in Zweden bekend om zijn grote snoekpopulatie. In de ochtend of in de avonduren zijn tien tot vijftien snoeken beslist geen uitzondering, die trollend met een grote lepel of drijvende plug te vangen zijn.
De rivieren Rånden en Valmen stromen beide in dit meer uit, waardoor Ransjö ook een goed vlagzalm- en beekforelbestand heeft. Beekforel tot drie kilo is bijna een normale zaak en baarzen tot twee kilo die zich dicht bij een rietkraag ophouden, zijn gemakkelijk vangbaar en geven hun aanwezigheid prijs door wegvluchtende prooivisjes. Midden in dit meer vindt u veel ondiepe stukken. Riet en andere waterplanten geven deze aan. Deze stukken vormen een schuilplaats van kleine visjes en de vlagzalmen zijn ook hier talrijk aanwezig. Een kleine spinner levert dan goede vangsten op.
Ook bij de aangelegde dagstranden is ondanks de aanwezigheid van spelende kinderen de vlagzalm en beekforel talrijk. Vaak ziet u daar een visser op 20 meter van de badende kinderen mooie vissen vangen. De allerbeste wateren - zoals de bergmeren - zijn vaak alleen door middel van een flinke wandeling (circa 3 kwartier) te bereiken, maar u bent dan wel in het paradijs van de arctische forel (Salvelinus alpinus), die bij een watertemperatuur van meer dan 12ºC. zeer passief wordt en daarom de diepste plaatsen in het meer opzoekt.
Welke werphengel?
Vaak vraagt men mij welk werpvermogen de hengel moet hebben die meegaat naar Zweden. Ik vind dat altijd een moeilijke vraag, omdat alle bovengenoemde vissoorten in de wateren voorkomen. U treft er geen specifiek roofviswater of salmonidenwater aan, want ze zwemmen daar gewoon door elkaar. Ik heb het vaak meegemaakt dat ik met een spinnertje van 5 gram, ideaal voor een mooie forel, een snoek van bijna een meter haakte, terwijl ik 16/00 lijn op de molen had. Of dat een vlagzalm een spinner van 12 gram pakte - bedoeld voor een snoek - aan een 22/00 lijn. Ook ik heb daarom een compromis gesloten met betrekking tot de keuze van de hengel: werpgewicht 30 gram en 2,40 meter lang. Ik gebruik alleen 22/00 voor spinners vanaf no. 4 of groter en voor jiggen, pluggen en lepels tot ± 40 gr. Voor baars, forel en vlagzalm met spinners tot 8 gram en lepels of kleine pluggen tot 12 à 15 gram kies ik voor een dunnere lijn van 16/00.